De karige werkelijkheid van Dawkins

betoverde-werkelijkheidOnlangs recenseerde ik het boek ‘De betoverende werkelijkheid’ van Richard Dawkins en illustrator Dave McKean. Het ziet er mooi uit, maar de inhoud viel mij niet mee. Los van het feit dat Dawkins misschien niet heel goed is in schrijven voor een jong publiek (op zich geen schande), in dit boek probeert hij opnieuw aan te tonen hoe mooi de wetenschap is door deze diametraal tegenover geloof te zetten.

Dit is min of meer standaard in de laatste boeken van Dawkins. Hij lijkt wetenschap puur te zien als een tegenwicht voor religie. Op die manier zorgt hij er voor dat er een boel levensbeschouwelijke ballast aankoekt aan de wetenschap. En dat wil hij juist voorkomen! Onderstaande recensie verscheen onlangs (in een kortere vorm) in het Nederlands Dagblad.

De karige werkelijkheid van Richard Dawkins

Richard Dawkins en Dave McKean (illustraties): De betoverde werkelijkheid. Hoe we weten wat we zeker weten. Uitg NwA’dam, 288 blz, 2011, €19,95

‘Ik wil laten zien dat de echte wereld, zoals de wetenschap die opvat, een eigen magie heeft van de soort die ik poëtische magie noem.’ Het is een veelbelovend citaat, op de achterflap van het nieuwste boek van Richard Dawkins, een bekend als popularisator en verdediger van de wetenschap en dan met name de evolutietheorie.
Wetenschap biedt een verdieping en verbreding van onze bewondering voor de wereld om ons heen. Je kunt genieten van een mooie bloem en de wetenschap kan je bijvoorbeeld onthullen dat zo’n bloem ook nog ultraviolette markeringen heeft, waarmee insecten naar de nectar en het stuifmeel worden gelokt. De regenboog is prachtig om te zien, weten hoe zo’n regenboog ontstaat geeft het – althans voor mij – nog een extra dimensie.
Dawkins heeft een jeugdboek geschreven waarin hij deze dingen inderdaad laat zien. Maar hij lost de belofte van de flaptekst niet in, om twee redenen. De eerste is dat Dawkins niet de gave lijkt te hebben om te schrijven voor een jeugdig publiek. Ja, hij maakt grapjes en probeert losjes te schrijven. En door de illustraties van Dave McKean en een mooie opmaak ziet het er aantrekkelijk uit. Maar het is twijfelachtig of de internetgeneratie dit boek gaat lezen. Dawkins schrijft lange betogen en wijdt daarin regelmatig uit over details, gaat zijpaadjes in om later weer terug te komen bij de hoofdlijn en dat alles in een lange, doorlopende stroom woorden. Door de tekst op te knippen in heldere blokken, de zijpaadjes naar kaders te verwijzen en door niet overal helemaal volledige te zijn zou het boek beter aansluiten bij de doelgroep.

Dit is echter een detail vergeleken bij een ander gebrek van dit boek. Dakwins staat ook bekend als rabiaat tegenstander van alle vormen van religie. Sinds zijn boek ‘God als misvatting’ lijkt dit zijn belangrijkste missie te zijn. Maar waar Dawkins prima is toegerust om de schoonheid van de wetenschap te beschrijven toont hij zich zeer slecht geïnformeerd over het onderwerp dat hij zo fanatiek aanvalt. Zijn betogen tegen religie klinken daarom schril en slecht doordacht. In het boek ‘Het grootste spektakel ter wereld’ was dat op pijnlijke wijze zichtbaar. Wat een vernietigende uithaal naar creationisten zou moeten zijn was feitelijk een Don Quichotte achtige charge tegen windmolens.
Ook ‘De betoverende werkelijkheid’ gaat ten diepste niet over hoe mooi de wetenschap is, maar vooral hoe dwaas en ongeloofwaardig iedere vorm van ‘bijgeloof’ is. Het boek bevat twaalf hoofdstukken die ieder een vraag beantwoorden over hoe de wereld in elkaar zit, zoals ‘Waarom zijn er zoveel diersoorten’, ‘Wat is de zon’ of ‘Wat is een aardbeving’. Ieder hoofdstuk begint Dawkins met een aantal mythen over het onderwerp dat hij wil beschrijven. Je hoort hem grinniken. O, o, die domme Azteken die als maar mensen offerden opdat de zon zou opkomen. En die rare ‘joodse mythen’ over een God de dieren boetseert uit klei. Na die inleiding volgt in grote letters een hernieuwde vraag, zoals ‘Wat is de zon ECHT?’. En dan volgt de wetenschappelijke verklaring van het onderwerp.
De filosofische aanname die Dawkins doet is dat voorwerpen en gebeurtenissen maar één echte verklaring of betekenis hebben. De zon is geen god, maar een bal gloeiend heet gas. Punt. Er volgt een beschrijving van het ontstaan van sterren, supernova’s en het belang van zonlicht voor al het leven op aarde. Niets mis mee. Maar de zon is ook veel meer dan dat. Al die mythen die de zon als god(in) voorstellen, komen prima overeen met het belang van de zon voor het leven op aarde zoals Dawkins dat beschrijft.
Zijn stellingname doet mij denken aan een scene in het boek ‘De reis van het Drakenschip’, uit de Narnia-serie van C.S. Lewis. De kinderen Lucy en Eustaas ontmoeten op een eiland aan het einde van de wereld een man, Ramandoe, die zegt een gepensioneerde ster te zijn. Eustaas zegt dan: “In onze wereld is een ster een hele grote bol randend gas”. Waarop Ramandoe antwoordt: “Zelfs in jullie wereld, is dat niet wat een ster is, maar alleen maar waar een ster van gemaakt is”.

In zijn boek laat Dawkins de dingen voortdurend samenvallen met wat ze zijn volgens de huidige stand van de wetenschap. Voor meer heeft hij geen oog en dat levert zinnen op als ‘De volgende keer dat je een willekeurig dier of een plant ziet, moet je bedenken wat je onder ogen hebt: een ingewikkeld apparaat voor de doorgifte van de genen die het gemaakt hebben. (..) En als je de volgende keer in de spiegel kijkt, denk je: “Hé, dat ben ik ook”.’
Levende organisme zijn ‘apparaten’ om genen door te geven. Wat Dawkins hier doet, zonder dat hij het blijkbaar in de gaten heeft, is een wetenschappelijke mythe produceren.
Verder zitten er nogal wat onzorgvuldigheden in met name de beschrijvingen van mythen, die Dawkins vast niet zou tolereren wanneer ze over wetenschap gingen. Een afbeelding van de ‘ark’ uit het verhaal van Gilgamesh heeft geen kubusvorm maar de Bijbelse dimensies, de regenboog zou in alle mythen een concreet ding op een bepaalde plaats zijn – maar in Genesis is daar geen sprake van. En nog zo’n merkwaardige opmerking. Op bladzijde 94 (waar het gaat over de bouwstenen van materie) stelt hij dat mythen werden verzonnen door ‘primitieve volken’. Pardon? De Grieken, Romeinen, Azteken primitief? Dan gaat Dawkins verder en zegt dat nergens in ‘heilige boeken’ staat beschreven wat de bouwstenen van materie zijn. Raar, vindt Dawkins, want ‘als deze heilige boeken wel geschreven waren door alwetende goden, dan is het raar dat er niets in staat over zulke belangrijke en nuttige dingen, vind je niet?’. Nee, persoonlijk vind ik dat niet, want de heilige boeken zijn geen wetenschappelijke geschriften. Ze gaan over wat de dingen écht zijn, niet over waar ze van gemaakt zijn.

Please follow and like:

56 gedachten over “De karige werkelijkheid van Dawkins”

  1. Rene, je schrijft: “Op bladzijde 94 (waar het gaat over de bouwstenen van materie) stelt hij dat mythen werden verzonnen door ‘primitieve volken’. Pardon? De Grieken, Romeinen, Azteken primitief? ”

    Ook dit zie ik nergens staan in mijn versie (de engelstalige), op bladzijde 94. Geen van de drie volkeren wordt op deze bladzijde genoemd (elders wel, als ‘ancient’ of ‘great’ civilizations).

  2. @Roeland,

    Persoonlijk voel ik die behoefte niet. Ik scheer me met Hitchens’ Razor: What can be asserted without evidence can be dismissed without evidence.

  3. @Eelco: het lijkt mij allesbehalve vreemd, dat de Engelstalige en Nederlandstalige geen gelijklopende paginanummering hebben, dat kun je hopelijk zelf ook bedenken. 😉

  4. Rob,

    Wacht maar tot je “dismissal” niet wordt geaccepteerd.
    .
    Mijn aanbeveling deed ik vanwege het door René verwijzen naar de regenboog en Gerdien haar verwijzen naar een artikel van iemand in Refdag die ook geen problemen zag.
    Dat leek me wat te dun.
    Nu eens lezen hoe Plantinga en Dennett elkander de mantel uitvegen in “Science and Religion”. Die zien wel degelijk een probleem.

    Roeland

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.