807 gedachten over “Overdenkingen in tijden van corona”

  1. Beste Han

    Misschien kun je een zakelijke, informatieve recensie schrijven van alleen het voorwoord. Mij lijkt het wel wat.

  2. NOS Teletekst 127:

    De Wereldgezondheidsorganisatie WHO
    waarschuwt dat onbewezen is dat mensen
    die van een coronabesmetting hersteld
    zijn,door antistoffen beschermd zijn
    tegen een volgende besmetting.Daarom is
    de invoer van immuniteitspaspoorten
    niet verstandig,vindt de WHO.

    De momenteel grootste financier van dezelfde WHO laat zeven fabrieken bouwen om een vaccin tegen corona te ontwikkelen en iedereen daarmee in te enten.
    Dan helpt het laatste toch ook niet? Of zie ik dat verkeerd?

  3. Intussen zijn we de eerste onjuistheden in “Ruimte, tijd, materie” op het spoor. Nou ja, onjuistheden ..
    Op pagina 3 van de “Introductie” wordt een enigszins vertekend beeld geschetst van de thermodynamica.
    Deze is oorspronkelijk namelijk geformuleerd als een macroscopische theorie zonder ook maar enige verwijzing naar de wereld van atomen en moleculen.
    In een later stadium zijn, inderdaad, kinetische theorieën ontwikkeld door onder andere Boltzmann en Maxwell. Maar om een stoommachine efficiënter te maken heb je deze kennis helemaal niet nodig.
    Tenslotte is de Statistische thermodynamica ontstaan, die vandaag de dag, inderdaad, de brug slaat tussen kwantummechanica en klassieke thermodynamica.
    De Nederlandse Wikipedia is in dit opzicht wat verwarrend; de Engelse versie is uit historisch (en praktisch) oogpunt beter.

  4. @Ronald: zoals je ziet hierboven gaat dat niet lukken, zelfs niet door meerdere Hannen tegelijk (‘Intussen zijn we …’).

  5. Bladzijde 10 van de “Introductie”:
    [ .. ] tegenwoordig kan het Periodieke Systeem van Mendelevejev [ .. ] volledig door de kwantummechanica worden verklaard.
    Vraagtekens bij “volledig” en een drukfout: Mendelevejev → Mendelejev of Mendeleev.
    Dan in Hoofdstuk 1 op de bladzijden 20 en 22 uithalen naar creationisme, homeopathie en Intelligent Design, die door menigeen niet gewaardeerd zullen worden.

  6. Han,

    ik ben soms inderdaad wat anachronistisch te werk gegaan, omdat het niet zozeer om de historie gaat, maar om de concepten. Zo zul je bijvoorbeeld ook het idee rondom renormalisatie bij Newton tegenkomen, of spreek ik over “Newtonse ruimtetijd” terwijl dat concept natuurlijk pas door Minkowski is geintroduceerd.

    Tsja, en wat betreft pseudowetenschap zoals creationisme, homeopathie en ID: ik heb er soms wel mijn mening doorheen geweven, ook omdat ik een stuk wetenschapsfilosofie behandel. Volgens andere proeflezers was dit echter niet storend, dus heb ik het erin gelaten 😉 Het laatste hoofdstuk gaat trouwens nog over finetuning en het Kalam kosmologische argument van William Lane Craig, misschien ook interessant voor René.

  7. @ Eelco; QFT in a Nutshell is inderdaad een boek dat je veel beter kunt lezen als je het al enigszins onder de knie hebt. Als eerste introductie heb ik het zelf nooit zo geschikt gevonden, en ik kan het weten: bij ons op de universiteit werd het voor een vak QFT gebruikt.

    Zee heeft me trouwens wel geïnspireerd in mijn schrijven. Hij maakt je erg enthousiast en weet schitterende inzichten te geven. De videoreeks 3blue1brown op YouTube doet dat bijvoorbeeld ook. Wat pedagogisch-verantwoord lesmateriaal betreft leven we in gouden tijden 😉

  8. @haushofer: als eerste introductie lees ik QFT in a Nutshell inderdaad niet: meer een opfrisser (en inderdaad erg goed geschreven).
    Ik heb tussendoor (een jaar of 20 geleden alweer …) nog eens QFT college’s gevolgd – niet omdat ik alles alweer vergeten was uit m’n studententijd, maar vanwege de docent: Peter Higgs 🙂

    De uithalen naar creationisme, homeopathie en Intelligent Design zijn natuurlijk volkomen terecht, en het overgrote deel van de lezers zullen daarbij slechts instemmend mompelen en verder lezen.

  9. Maar, beste Han,

    echte wetenschap moet zich toch afzetten tegen pseudowetenschap zoals Setterfield, Sheldrake en Samuel Hahnemann?

    Iets anders is hoe je nou precies wetenschap onderscheidt van pseudowetenschap. Maar dat is een wetenschapsfilosofische kwestie en is aldus geen echt thema in het boek van Haushofer, dunkt me.

  10. @ Ronald: ja, ik behandel ook het demarcatievraagstuk 🙂 de reden dat ik een hoofdstuk behandel over wetenschapsfilosofie, is omdat we bij het fenomeen “kwantumzwaartekracht” weinig empirische handvaten hebben. Dat leid ook tot andere, vooralsnog niet te falsificeren ideeen zoals multiversa of in mindere mate snaartheorie. Kortom: in het vakgebied is er nu ook een discussie over de precieze regels van de wetenschapsfilosofie, en hoe de fundamentele natuurkunde deze beinvloedt.

    En dat is een belangrijke discussie, denk ik 😉

  11. Verdomd belangrijk, Haushofer, 🙂 Bedankt voor je reactie.

    Wetenschap handelt om vragen, om specifieke vragen, en om mogelijke antwoorden, die de vorm moeten krijgen van (voorlopige) hypotheses. Die hypotheses, die in eerste instantie speculatieve hypotheses zijn, dienen zo breed mogelijk getest te worden. Zo dient men zich af te vragen of ze aansluiten bij eerdere waardevolle hypotheses, niet op brave wijze maar op een wijze van mutatis mutandis. Einstein sluit toch mooi aan bij Newton maar wel nadat Newton dusdanig gekneed wordt dat hij een onderdeel kan worden van Einstein.

    Wetenschapsfilosofie dient een soort uitvloeisel te zijn van de wetenschapsgeschiedenis en ook van toepassing te zijn voor de menswetenschappen zoals de geschiedswetenschap en de tekstwetenschap.

    Afijn, ik ga toch meer voor de zogeheten hypothetico-deductieve aanpak dan voor de neopositivistische inductieve aanpak.

  12. Paragraaf 1.4 “Zelf theorieën bedenken” spreekt mij natuurlijk wel aan 🙂 De schrijver noemt vijf punten.
    De basis hypothese van UAC is (1) vrij van onwetenschappelijke vooroordelen: de (rust)massa van elementaire deeltjes neemt toe met de (eigen)tijd.
    Deze hypothese wordt (2) wiskundig uitgewerkt en is in principe (3) falsificeerbaar.
    Zij voldoet aan (4) het correspondentieprincipe: voor onveranderlijke (rust)massa’s m → m_0 krijgen we al het oude terug.
    Tenslotte: de basis hypothese is ongetwijfeld een (5) zuinige hypothese.

  13. Ronald V. schrijft:

    Einstein sluit toch mooi aan bij Newton maar wel nadat Newton dusdanig gekneed wordt dat hij een onderdeel kan worden van Einstein.

    Het is precies andersom, Ronald: door verwaarlozingen toe te passen op de Einstein vergelijkingen krijg je Newton terug. Einstein wordt dus “gekneed”, niet Newton.

  14. Ronald V. schrijft:

    echte wetenschap moet zich toch afzetten tegen pseudowetenschap zoals Setterfield

    Niet alles van Setterfield is pseudo. Niet alles wat echt lijkt is dat ook. Hou toch eens op met dat zwart-wit denken van je!

  15. In paragraaf 2.1 “Algebraïsche slavernij” zegt de schrijver: Oftewel: er zijn net zoveel even als gehele getallen!
    Ja, dat is inderdaad de gevestigde doctrine! Die voor de natuurkunde overigens totaal geen betekenis heeft (hoop ik).
    Maar je kan er ook anders en zinniger tegenaan kijken. En dan zijn er: half zoveel even als gehele getallen.

    In paragraaf 2.3 “Limieten” heeft de schrijver het over mijn grote vriend de sinc functie: f(x) = sin(x)/x . Daar valt dus meer over te zeggen.

    Tenslotte paragraaf 2.8 “De metriek, deel I” figuur 2.16. De projecties daarin zijn echter niet wat ik op school heb geleerd.
    De ene projectie is |V||W|cos(theta)/(|V||V|) x V , de andere projectie |V||W|cos(theta)/(|W||W|) x W , niet aan elkaar gelijk.

  16. Han, je mag opmerkingen over het boek ook sturen naar roel andringa (aan elkaar) at hotmail punt com 🙂 Bedankt iig voor de typo, die heb ik in die 550 blzs er nog niet uit kunnen halen 😉

  17. Nee, Han,

    pseudowetenschap moet belicht en verworpen worden. Want ze doet de waarheid geweld aan en ze kan gevaarlijk zijn. Het verkopen van bleek als coronamedicijn is nogal link.

  18. Haushofer schrijft:

    “Het laatste hoofdstuk gaat trouwens nog over finetuning en het Kalam kosmologische argument van William Lane Craig, misschien ook interessant voor René.”

    In hoeverre zijn dit natuurkundige zaken in plaats van filosofische? Toegegeven, Craig maakt soms natuurkundige claims die – voor zover ik weet – niet echt gefundeerd zijn, maar uiteindelijk staat of valt de geldigheid van de argumenten mijns inziens door de filosofische argumentatie.

  19. Finetuning is veel meer een natuurkundig fenomeen dan veel mensen zich realiseren. Het komt op allerlei plekken in de natuurkunde voor, maar dan in een andere context. Lieden als Craig pretenderen alsof het huidige finetune’probleem’ uniek is, maar dat is het helemaal niet.

    Een bekend voorbeeld is de finetuning van de Higgsmassa in het standaardmodel, of Einsteins finetuning van de kosmologische constante om een statisch heelal te krijgen. Mijn hypothese is dat finetuning niet iets over de natuur zegt, maar over het missen van een fundamenteel aspect in je theorie. Mocht je geïnteresseerd zijn; behalve in mijn boek wordt dit ook in Sabine Hossenfelders boek “Lost in Math” en op haar blog behandeld.

  20. Maar inderdaad, de vraag of finetuning überhaupt een probleem is, is wetenschapsfilosofisch. Hossenfelder meent bijvoorbeeld van niet. Maar op basis van finetuning zijn er allerlei natuurkundige theorieën gemotiveerd, zoals de befaamde supersymmetrie die maar niet wordt gevonden in de LHC maar waar duizenden papers (ook enkele door mij 😛 ) zijn geschreven.

  21. @haushofer: finetuning is sowieso een verkeerde term, zeker het gebruikt van ’tuning’ – dat doet voorkomen alsof er iets of iemand aan knopjes zit te draaien.
    Er is dan ook alleen maar een ‘apparent fine-tuning’, geen daadwerkelijke fine-tuning. Ik zou het dan ook geen probleem noemen.

    Uiteraard is er de vraag waarom de natuurkonstanten de waarden hebben die ze hebben, maar om het een tuning probleem te noemen, fijn of niet (daar valt ook nogal wat op af te dingen) is misleidend. Ik zou die term dan ook niet meer gebruiken. Er is niets afgesteld.

    Ook de waarde voor cosmologische constante die Einstein nodig dacht te hebben voor een statisch heelal is géén finetuning: het was niet eens bekend of het heelal überhaupt statisch was, maar het is ook geen tuning: je hebt een bepaalde waarde nodig om het heelal statisch te houden. In de huidige kosmologie is er nog steeds een specifieke waarde nodig om de data te verklaren. Dat alles heeft niets met tuning te maken: maar we moeten uiteraard wel proberen te begrijpen waarom de natuurkonstanten de waarden hebben die ze hebben.

  22. Beste Haushofer,
    Je schrijft:

    “Mijn hypothese is dat finetuning niet iets over de natuur zegt, maar over het missen van een fundamenteel aspect in je theorie.”

    Op welke manier kan dat finetuning oplossen? Volgens mij zijn toeval (eventueel gecombineerd met een groot aantal pogingen), noodzakelijkheid (eventueel gecombineerd met een oneindig aantal pogingen) en intelligentie de enige mogelijke verklaringen voor finetuning (áls er sprake is van finetuning). Het kan best zijn dat een bepaald soort finetuning verklaard kan worden door een fundamentelere natuurkundige theorie, maar dat lost finetuning niet op.

    Stel dat ik een zak heb met gekleurde snoepjes, waarbij elke kleur voorkomt in een aantal uit de Fibonaccireeks (bijvoorbeeld 21 rode en 34 gele). Het kan zijn dat dit voorbeeld van finetuning is ontstaan door het computerprogramma van de fabrikant dat de kleur van de snoepjes bepaalt. Dat lost op zichzelf de finetuning niet op.

    Misschien moet ik dat allemaal gewoon ik je boek lezen, maar ik ben een arme student. 🙂

  23. Het probleem met de (apparent) fine tuning is dat we niet weten wat het is. Het probleem is volgens mij opgeworpen buiten de hele geloof/wetenschap discussie als een van de vele lastige vragen die de natuurkunde oplevert. Het lukte namelijk niet om een verklaring te vinden voor de waarden van bepaalde constanten.
    Dat vinden natuurkundigen natuurlijk niet leuk. Alle pogingen tot nu toe zijn vastgelopen. Een multiversum zou een oplossing zijn, maar ook dat is niet heel erg elegant.
    Echter: Absence of evidence is not evidence of absence! Dus wat je (vanuit theïstisch perspectief) maximaal kunt zeggen is dat het niet in tegenspraak is met een ontwerper/schepper. Het is nogal gevaarlijke verregaande conclusies te trekken uit negatief bewijs…

  24. René: het probleem is het gebruikt van ’tuning’ in de term fine-tuning: er wordt niets afgesteld. Daarom heet het ook een ‘apparent fine-tuning’, het lijkt alsof er iemand de knopjes in een bepaalde stand gezet heeft. Dit is eerder ons onbegrip van de huidige natuurkunde (waarom bepaalde natuurconstanten een bepaalde waarde hebben, als dat al het geval is bij alle energieén: de koppelingskonstantes van de fundamentele krachten variéren wel degelijk met energie, maar de lage-energie waarde is wel konstant).

    “maximaal kunt zeggen is dat het niet in tegenspraak is met een ontwerper/schepper. ”

    Maar je kunt wel degelijk een uitspraak doen over hoe onwaarschijnlijk het is, als er dan tenminste een goede definitie bestaat van zo’n schepper (verschillende religies denken er ook nog eens anders over …).

  25. Fine tuning, Feinabstimmung op zijn Duits, is of het nou schijnbaar is of toch echt, een natuurkundig of beter een natuurlijk verschijnsel. En daarmee een natuurkundig fenomeen, een natuurlijk verschijnsel dat door de fysica bestudeerd dient te worden.

    Hetzelfde geldt voor de eventuele oorzaak of “oorzaak” van ons universum. Als er een oorzaak of “oorzaak” is van ons universum, dan is het een natuurlijk iets en dus voer voor fysici.

    Als de oorzaak van al het leven op aarde een bruisend oersoepje bij de toenmalige Azoren is, dan dient die oorzaak bestudeerd te worden door de natuurwetenschappen, niet door theologen.

  26. @Ronald: het maakt nogal uit of het schijnbaar is of niet.

    Denk aan bv. de tweeling paradox: een schijnbare tegenspraak. En dus geen probleem voor de relativiteitstheorie.

    Nogmaals, uiteraard is het een probleem dat we nog niet weten waarom de natuurkonstanten (bij lage energie konstant) de waarden hebben die ze hebben, maar met afstellen heeft het niets van doen.

  27. Eelco,
    Hoe weet je zo zeker dat het gaat om een schijnbare finetuning is en geen daadwerkelijke finetuning?

    René,
    Absence of evidence is not evidence of absence. Dat is zeker waar, maar dat wil niet zeggen dat iedere hypothese in de afwezigheid van ‘evidence’ een even goed alternatief is. Voor de hypothese dat mijn fiets gestolen is door aliens geldt ook dat ‘absence of evidence is not evidence of absence’, maar toch durf ik die hypothese te verwerpen.

    Ronald V.,
    Finetuning is in principe geen natuurkundig verschijnsel in de manier waarop het door apologeten gebruikt wordt, mits je natuurkunde strikt naturalistisch wilt houden. Het gaat namelijk om de vraag waarom de condities in het universum geschikt zijn voor leven, terwijl de kans dat die condities geschikt zijn heel klein is. De natuurkunde kan alleen maar vaststellen óf die kans inderdaad heel klein is, maar de vraag waarom dat zo is, is geen vraag die natuurkundig opgelost kan worden. Zie daarvoor ook mijn vorige bericht.

    Hetzelfde geldt voor het kosmologisch argument. Áls kan aangetoond worden dat de gehele fysische werkelijkheid een oorzaak heeft, dan is die oorzaak per definitie niet fysisch.

    Het uitsluiten van niet-fysische oorzaken is een naturalistische en daarmee filosofische aanname.

    (Ik vind overigens het finetuningargument en het kosmologisch argument allebei geen goede argumenten.)

  28. @ Eelco: ik zou de kosmologische constante (kc) bij uitstek finetuning willen noemen!

    Het gangbare idee was dat het heelal statisch was. Dat was voor Einstein de motivatie om zijn veldvergelijkingen uit te breiden, en op basis van (covariant) energiebehoud kun je dan de kc toevoegen. Deze finetunen op de gemiddelde energie/materiedichtheid geeft je een statisch heelal. Maar dit evenwicht is instabiel, en dus is er sprake van een gefinetuned model.

    Iets soortgelijks zie je bij het epicykelmodel: je kunt natuurlijk alle epicykels finetunen om alle banen aan onze hemel te verklaren. Iets soortgelijks geldt voor het renormalisatieproces van de Higgsmassa: in deze renormalisatie moeten enorme bijdragen aan de higgsmassa vanwege kwantumfluctuaties wegvallen om de betrekkelijk kleine massa van 125 GeV als gemeten massa te beschrijven.

    Theorieën zijn in de natuurkunde effectief, en stoelen op aannames. Mijn idee is dat finetuning een hint is dat een aanname niet deugt. Op die manier is finetuning geen eigenschap van de natuur, maar van de theorieën waarmee we op dat moment een fenomeen willen beschrijven.

  29. @ Eelco:

    “Uiteraard is het een probleem dat we nog niet weten waarom de natuurkonstanten (bij lage energie konstant) de waarden hebben die ze hebben,”

    Nou, zo uiteraard is dat denk ik niet. Wat mag je verwachten van een theorie? Hoeveel vrije parameters is nog acceptabel? Ik denk dat het überhaupt de vraag is in hoeverre je reductionisme en unificatie door kunt voeren.

  30. @ Willem Jan:

    “Op welke manier kan dat finetuning oplossen? ”

    Door de theorie of aanname aan te passen. Voor Einstein was dat b.v. dat het heelal niet statisch is.

  31. @Eelco, klopt het dat we fine tuning (mede) te danken hebben aan Fred Hoyle (die ons ook die andere favoriete term van je schonk, de Big Bang 🙂 )
    Verder ben ik niet zo bezig met ‘Godsbewijzen’, zeker niet vanuit de natuurwetenschap. Dat is m.i. theologisch nogal bizar, want als dat zou kunnen, zouden wij in de 21e eeuw een nogal bijzonder zijn omdat we niet hoeven te geloven, maar kunnen wéten.

    ‘Apparent’ is een kwalificatie die allerlei vooraannames in zich draagt. Maar ik zou ook geen betere kwalficiatie weten.

    @Willem Jan, het is lastig om te bepalen hoe zeker je kunt zijn van de afwezigheid van bewijs. Dat geldt voor alle visies op fine tuning. ‘Apparent’ mag je lezen als een conclusie, maar alleen als een aanwijzing dat fine tuning geen vaststaand feit is.

  32. @ René:

    “Een multiversum zou een oplossing zijn, maar ook dat is niet heel erg elegant.”

    Nog vooropgesteld dat de oorspronkelijke motivatie van het multiversum niks te maken heeft met de vraag “waarom de parameters zijn zoals ze zijn”. O.a. Klaas Landsman betoogt dat het multiversum als “oplossing” hiervoor dezelfde problematiek heeft als ID; in zijn boek Naar alle onwaarschijnlijkheid, en in

    https://arxiv.org/abs/1505.05359

    Overigens, in mijn boek noem ik ook de biologie als voorbeeld van finetuning. Als je bijvoorbeeld kijkt naar hoe veel diersoorten zijn aangepast aan hun omgeving, dan kun je spreken van een enorme fijnafstelling. Die afstelling is erg onnatuurlijk als je aanneemt dat diersoorten onveranderlijk zijn; hoe komt het dat zoveel diersoorten zo zijn afgestemd op hun omgeving, terwijl wereldwijd er ook nog eens zoveel variatie in omgevingen is? Met natuurlijke selectie en Darwins evolutietheorie daarentegen wordt die afstemming juist heel natuurlijk.

  33. Hoyle noemde overigens in de jaren na zijn gevonden koolstofresonantie nergens de “finetuning voor leven”; dat deed hij pas in 1965. Zie 14.5 van mijn boek 😛

  34. “Willem Jan”: Hoe weet je zo zeker dat het gaat om een schijnbare finetuning is en geen daadwerkelijke finetuning?

    Ik weet als wetenschapper uiteraard niets zeker: maar daar er geen enkel bewijs voor een ‘afsteller’ is, is het het meest waarschijnlijke dat er geen afsteller is, en dat finetuning dus schijnbaar is.
    Net zo als het het meest waarschijnlijke is dat er geen godheid (van welke soort dan ook) is, gezien het gebrek aan bewijs daarvoor.

    “@ Eelco: ik zou de kosmologische constante (kc) bij uitstek finetuning willen noemen!”

    Zeker niet: het is een constante die toegestaan is in Einstein’s
    veldvergelijkingen, en dus gefit kan worden. Er is geen enkel bewijs voor ’tuning’: daar gaat het me om. Dat de waarde heel specifiek moet zijn doet daar niet aan af: dat geldt voor alle natuurconstanten (waarvan een aantal alleen constant zijn bij lage energieën, zoals je weet). Verder hoeft de kosmologische constant niet eens constant te zijn, in moderne kosmologische theorieën.

    En zoals je weet is de kosmologische constante gerelateerd aan de vacuum energiedichtheid – de termen worden allebei gebruikt nu. Wat is daar ‘fijn-afgesteld’ aan?

  35. haushofer: “Door de theorie of aanname aan te passen. Voor Einstein was dat b.v. dat het heelal niet statisch is.”

    Maar dat lost het door jouw gemeende (schijnbare) fijn-afstemming probleem niet op: de kosmologische constante heeft slechts een andere waarde in een expanderend heelal. We snappen dan nog steeds niet waarom die waarde (die niet gekomen is door aan knopjes te draaien).

  36. “Willem Jan”: Hoe weet je zo zeker dat het gaat om een schijnbare finetuning is en geen daadwerkelijke finetuning?

    moet natuurlijk zijn:

    Willem Jan: “Hoe weet je zo zeker dat het gaat om een schijnbare finetuning is en geen daadwerkelijke finetuning?”

    🙂

  37. haushofer: “Die afstelling is erg onnatuurlijk als je aanneemt dat diersoorten onveranderlijk zijn; hoe komt het dat zoveel diersoorten zo zijn afgestemd op hun omgeving, ”

    Ze zijn niet ‘afgestemd” op hun omgeving: zo werkt evolutie niet. De omgeving bepaald (via evolutionaire mechanismen) hoe diersoorten eruit komen te zien: het is niet zo dat iets of iemand aan knopjes draait aan de eigenschappen van diersoorten om die dan zo goed mogelijk te laten overleven: het is eerder een trial-and-error proces, zonder afstelling vooraf.

  38. @ Eelco: wat gefinetuned aan de kc is, is dat het verkregen evenwicht (statisch heelal) instabiel was en is. Dat maakt het een nogal opmerkelijke parameterwaarde als het heelal statisch zou zijn. In de huidige situatie is de kc veel minder “getuned”, natuurlijk.

    Probleem hiermee om deze onwaarschijnlijkheid exact te makenis een gebrek aan onderliggende kansverdeling.

  39. @ Eelco: dat snap ik; ik probeer juist te beargumenteren dat natuurlijke selectie een aanvankelijke finetune-situatie oploste, hoewel het niet als zodanig werd erkend.

  40. René,
    Je schrijft:

    “@Willem Jan, het is lastig om te bepalen hoe zeker je kunt zijn van de afwezigheid van bewijs.”

    In principe valt er wel iets te zeggen over de kracht van het finetuningargument onder de aanname dat er (los van finetuning) geen reden is om aan te nemen dat er een ‘finetuningverklarend’ multiversum zou zijn.

    Stel, we nemen als hypothese (Hypothese 1) dat er een entiteit is die het universum *kon* finetunen en dit ook *wilde*. De kans op de aanwezigheid van finetuning in ons universum is dan (bijna) 100%. De ‘prior probability’ van een dergelijke entiteit is niet 0, hoe klein de kans ook moge zijn.

    Neem als alternatieve hypothese (Hypothese 2) de hypothese dat er een oneindig aantal universa is, zodanig dat finetuning verklaard wordt. Als we aannemen dat de kans op het bestaan van een universum niet gelijk is aan 1, is de ‘prior probability’ voor oneindig universa altijd 0. Hypothese 2 is dus altijd een slechtere verklaring voor finetuning dan Hypothese 1.
    (Het bestaan van oneindig universa kan wel deductief worden aangetoond, maar ik beschouw nu alleen finetuning.)

    Laten we als Hypothese 3 de hypothese nemen dat er een eindig aantal universa is, waaronder een universum met finetuning. De kans op finetuning is bij een eindig aantal universa altijd kleiner dan 1, terwijl we zagen dat deze kans onder Hypothese 1 ongeveer 1 was. Nu kan het zo zijn dat de ‘prior probability’ van Hypothese 3 groter is dan die van Hypothese 1, maar de ‘Bayes factor’ pleit hoe dan ook voor Hypothese 1. Dat betekent dat finetuning altijd positief bewijs is voor Hypothese 1 (dat er een entiteit is die het universum kon en wilde finetunen).

    Eelco,
    Je schrijft:
    “Ik weet als wetenschapper uiteraard niets zeker: maar daar er geen enkel bewijs voor een ‘afsteller’ is, is het het meest waarschijnlijke dat er geen afsteller is, en dat finetuning dus schijnbaar is.”

    Dat lijkt me een vreemde redenering. (Schijnbare) finetuning is juist bewijs voor een ‘finetuner’, zelfs al zou het geen doorslaggevend bewijs zijn. Als er zoiets als finetuning zou zijn en als alle alternatieve verklaringen falen, kunnen we vanuit finetuning concluderen dat er een finetuner is.

    Een vergelijking: stel, we varen in een bootje op de oceaan, in de buurt van een eiland. Plotseling zie ik een kokosnoot in het water drijven. Mijn verklaring is dat er op het eiland palmbomen groeien. Dan is de reactie ‘er is geen bewijs voor het bestaan van palmbomen op het eiland, dus is het het meest waarschijnlijk dat er geen palmbomen groeien’ onredelijk.

  41. @haushofer: maar het waren nooit “fine-tune situaties”, zowel niet in de biologie als de kosmologie. Het leek er hoogstens op: het is en was schijnbaar.

    “Dat maakt het een nogal opmerkelijke parameterwaarde als het heelal statisch zou zijn.”

    Uiteraard, maar dat geldt ook voor een ‘kritisch’ heelal met een totale dichtheid parameter gelijk aan 1. Dat maakt het nog steeds geen afgestelde waarde: er is niet iets of iemand die dat van tevoren instelde. Of, zie m’n reactie aan Willen Jam, uiterst onwaarschijnlijk.

  42. Dat is nou juist mijn punt, Eelco: in het verleden waren alle finetunegevallen schijnbaar: laten we daar lering uit trekken en finetuning als een methodische hint opvatten.

  43. @haushofer: als er geen finetuning was en is (zeker geen ’tuning’), dan zou ik het ook niet als methodische hint willen opvatten, ook in de toekomst niet. Tenzij we een knoppendraaier daadwerkelijk aantreffen: altijd een slag om de arm houden.

    Er waren ook geen finetuning gevallen in het verleden, en ook nu niet: het leek/lijkt er alleen maar op. Net als de tweeling paradox: het lijkt een tegenstrijdigheid, maar is het niet.

  44. Ik denk ook dat we misschien langs elkaar heen praten: in de natuurkunde noem je een parameter gefinetuned als je bij een hele kleine variatie in de parameterruimte totaal andere empirische voorspellingen krijgt.

    Dus, bij b.v. de k.c in een statisch universum: het systeem (de schaalparameter a(t) in dit geval) bevindt zich dan in een lokaal maximum van de bijbehorende potentiaal i.p.v. een minimum.

  45. @ Eelco: inderdaad, het lijkt (!) een tegenstrijdigheid, en dat is nu juist mogelijk een hint dat we een fundamentele aanname moeten herzien!

    Oftewel: apologeten zoals Craig zien de finetuning van bepaalde parameters als een eigenschap van de natuur. Ik pleit om finetuning daarentegen als eigenschap van onvolledig begrepen theorieën te zien.

    Je moet het “tunen” niet al te letterlijk opvatten, het is gewoon een stukje jargon dat veel in de hoge energie fysica wordt gehanteerd.

  46. Willem Jan: “(Schijnbare) finetuning is juist bewijs voor een ‘finetuner’,:

    Daadwerkelijke finetuning zou dat zijn, schijnbare uiteraard niet. Er zitten twee elementen in het woord: ‘fine’ (er is weinig speling in de fundamentele parameters, waarover ook nog van alles valt te zeggen), en ’tuning’. Dat laatste kun je alleen stellen als je ook bewijs hebt voor zo’n tuner: dat is er niet. En er is ook geen reden uit te gaan van een tuner omdat wij niet snappen waarom die (vrije) parameters bepaalde waarden hebben.

    “Mijn verklaring is dat er op het eiland palmbomen groeien. ”

    Je vergelijking gaat mank omdat je al weet dat kokosnoten aan palmbomen groeien, en palmbomen op eilanden voorkomen. Alleen met die voorkennis kun je op jouw redelijke gissing uitkomen. Zonder die voorkennis zou zo’n kokosnoot een groot raadsel blijven.

  47. haushofer: ” inderdaad, het lijkt (!) een tegenstrijdigheid, en dat is nu juist mogelijk een hint dat we een fundamentele aanname moeten herzien!”

    Nee, dat geldt alleen voor de tweeling paradox – dat is een schijnbare tegenstrijdigheid. Ik wilde alleen maar het schijnbare benadrukken: ook de fijnafstelling is schijnbaar, maar een fijnafstelling is natuurlijk niet hetzelfde als een tegenstelling.

    ” Ik pleit om finetuning daarentegen als eigenschap van onvolledig begrepen theorieën te zien.”

    Dus is er geen daadwerkelijke finetuning – daar moet je dan duidelijk over zijn en altijd ‘schijnbare’ ervoor zetten. Net als je het hebt over de ’tweeling paradox’, maar niet over het ’tweeling probleem’.

    “Je moet het “tunen” niet al te letterlijk opvatten, het is gewoon een stukje jargon dat veel in de hoge energie fysica wordt gehanteerd.”

    Dat weten jij en ik, maar vooral creationisten nemen het wel degelijk letterlijk – dat doen ze met vele zaken 🙂
    Dus moet schijnbaar ervoor.

    Er zijn ook nog steeds veel mensen die de uitdrukking ‘big bang’ letterlijk nemen ….

Reacties zijn gesloten.