Een aantal weken geleden stond onderstaande recensie in het ND. Vandaag werd ik attent gemaakt op een recensie van hetzelfde boek in het Reformatorisch Dagblad door Gert van den Brink.
Van den Brink zet zicht nogal af tegen het boek, volgens mij op onterechte gronden. Ik vind De Waal bijzonder genuanceerd. Zijn werk roept vragen op die je niet zomaar terzijde kunt schuiven, juist omdat hij zijn conclusies voorzichtig trekt en goed onderbouwt.
Taede Smedes heeft een aantal kritiekpunten op Van den Brink in een blogpost verwerkt. Die punten spreken voor zichzelf en kan ik onderschrijven.
Dit leek mij een goede aanleiding de ND recensie op m’n eigen weblog te zetten, dus bij deze!
Goed doen zit in de natuur
Dat evolutie alleen zelfzuchtig gedrag kan voortbrengen is niet juist. In een verfrissend genuanceerd boek laat apenonderzoeker Frans de Waal zien dat goed doen zeer natuurlijk is.
De drijvende kracht van evolutie is de overleving van de best aangepaste individuen. Daarom bestaat het beeld dat evolutie alleen zelfzuchtig gedrag kan voortbrengen, gericht op het verspreiden van de eigen genen. Als dieren (of mensen) iets doen voor een ander, is dat verkapt eigenbelang of een ‘vergissing’.
De christelijke geneticus Francis Collins zet daar tegenover dat de mens een moreel wezen is en dat die ingebakken ‘morele wet’ een bewijs is voor een goede schepper. Apenonderzoeker Frans de Waal kijkt al ruim veertig jaar naar chimpansees en bonobo’s (de kleinste mensapensoort). Hij heeft bijzondere staaltjes van altruïsme (onbaatzuchtigheid) gezien. En hij heeft de apen allerlei testen laten uitvoeren die aantonen hoe dicht hun morele opvattingen bij die van ons staan. Daarmee stelt hij prangende vragen aan zowel gelovigen als aan fanatieke atheïsten.
Morele ankers
De centrale stelling die De Waal verdedigt, is dat altruïsme hoort bij het leven. Het is geen ‘vergissing’ van zelfzuchtige genen en ook geen Goddelijk principe. Dat is volgens hem een belangrijke conclusie die aantoont dat mensen zonder religie voldoende morele ankers hebben om de maatschappij goed te laten draaien.
Het bewijs voor zijn stelling komt uit jarenlange observaties. De Waal lepelt de ene na de andere anekdote op van chimpansees of bonobo’s die zichzelf inzetten voor een ander. Van hulp aan gewonde soortgenoten, stervensbegeleiding tot adoptie van verweesde jongen. De Waal schrijft over de sociale verhoudingen binnen kolonies, het delen, de conflicten en het bijleggen ervan.
Hij doet dat zeer overtuigend. De anekdotes versterkt hij met experimenten met de apen. En nergens vermenselijkt hij zijn onderzoeksobjecten. De overeenkomsten zijn duidelijk, de verschillen ook. Wat vooral opvalt in dit boek is het genuanceerde denken van De Waal en zijn absolute trouw aan de feiten. Je kunt hem niet of nauwelijks betrappen op vooringenomenheid.
Verfrissend
Het is verfrissend om een wetenschapper te horen praten over de beperkingen van zijn vak. Wetenschappers zijn mensen van vlees en bloed, die de zuivere rede belijden maar ondertussen door allerlei emoties worden gedreven. ‘Het hele idee van een zuivere rede lijkt zuivere fictie. Kent u dat onderzoek dat aantoont dat rechters na de lunch coulanter zijn dan ervoor?’ schrijft hij. Niet dat De Waal de wetenschap relativeert. Hij is wetenschapper tot in zijn tenen. Maar het is mensenwerk en mensen brengen hun emoties mee.
Het valt De Waal op dat veel atheïsten heel veel antireligieuze emoties meenemen. De afkeer van religie die mensen als Richard Dawkins of Sam Harris uiten, bevreemd De Waal. Hij liet zijn katholieke geloof als student los, zonder er een trauma aan over te houden. Hij ziet uit naar een toekomst zonder religie maar heeft geen enkele behoefte godsdienst te bestrijden. Waar hij wel tegen strijdt, is dogmatisme – of het nu uit godsdienst of wetenschap komt.
Cultuur
Terug naar de moraal. Met al zijn voorbeelden – ook van andere diersoorten zoals dolfijnen – laat De Waal zien dat de natuur in staat is goed te doen, zonder eigenbelang. Hij benadrukt dat de weg tussen genen en gedrag erg lang is. Bij veel diersoorten bestaat er iets als ‘cultuur’, een aangeleerd gedrag dat wordt doorgegeven aan volgende generaties.
De moraal ontstaat uit onze biologie en onze cultuur. Religieuze wetten, zoals de tien geboden, zijn in zijn visie een vertaling van onze innerlijke, biologische moraal. Bij mensen is de cultuur vele malen belangrijker dan bij apen, maar nog steeds is de biologie de drijvende kracht. Daarom kunnen we volgens De Waal van apen leren waarom we dingen doen zoals we ze doen.
Morele wet
Het boek van De Waal dwingt tot serieuze reflectie voor wie gelooft in een Goddelijke moraal. De polemiek van Richard Dawkins in boeken als ‘God als misvatting’ is eenvoudig terzijde te schuiven omdat hij een karikatuur van godsdienst aanvalt. De Waal is veel genuanceerder en spreekt welwillend en met begrip over religie, waardoor zijn betoog veel indringender is.
Het argument van de Morele Wet – ook door C.S. Lewis gebruikt – lijkt rijp voor een update. Misschien moet die zou luiden: het is helemaal niet raar dat moraal in de hele schepping verweven zit.
De bonobo en de tien geboden. Moraal is ouder dan de mens Frans de Waal. Uitg AtlasContact, Amsterdam 2013, 286 blz, €24,95
Je laatste opmerking – over de morele wet – kan ik onderschrijven. Opmerkelijk genoeg kwam ik bij de Britse wiskundige (Oxford University) en apologeet John Lennox, die in zijn onlangs in het Nederlands vertaalde boek “God in het vizier” (Ark Media, 2013) de volgende uitspraak tegen:
“Dat de moraal in de menselijke aard is voorgeprogrammeerd, is echter volkomen in lijn met de bijbelse visie dat mensen in het evenbeeld van God zijn geschapen, als morele wezens. Dit zou immers betekenen dat alle mensen een innerlijk moreel besef hebben, of ze nu wel of niet daadwerkelijk in God geloven, iets wat overeenkomt met wat we ontdekken.” (118)
Gezien de rest van zijn behoorlijk orthodoxe stellingnames (hij verdedigt bijv. toch heel voorzichtig een historische zondeval, etc.) vond ik dit toch een heel opvallend citaat. Helaas zegt hij er verder weinig over.
Ha Taede, ik ben wel benieuwd naar dat boek van Lennox. Komt op de lijst te staan…
Rene, ik heb het boek niet gelezen, maar centraal lijkt mij de vraag allereerst: bestaat er een absoluut morele wet of is moraliteit relatief? Wat C.S. Lewis beweert is dat er een absolute morele wet bestaat en dat we die als mens in meer of mindere mate kennen. Waarom behoeft het argument van Lewis een update volgens jou?
@ Guido, De Waal ziet een duidelijk verschil tussen moreel gedrag bij mensen en dieren. Dat ondersteunt het argument van Lewis. Maar in ‘De taal van God’ schrijft Francis Collins bijvoorbeeld, dat als ‘pogingen om altruïstisch gedrag teverklaren op grond van positieve waarde voor de darwinistische selecctie’ de interpretatie van de Morele Wet ‘als vingerwijzing naar God in moeilijkheden kan raken’.
Dat is waar ik op doel. Hebben wij mensen een unieke ‘Morele Wet’? Ja. Maar staat die Morele Wet los van de rest van de schepping? Ik denk van niet. Is dat een fundamenteel probleem voor het argument van de Morele Wet? Ik denk van niet, alleen wanneer je wilt betogen dat die Morele Wet apart is ingeschapen in de mensheid.
Binnen de visie dat het scheppingswerk van God via een evolutionair proces verliep is dit m.i. geen probleem.
Dank voor de recensie, Rene … ik heb het boek al een tijd in huis, maar nog steeds niet aan toegekomen.
Teveel andere boeken op de stapel, lijkt het. Tijd voor de zomervakantie: dé periode om bij te lezen !
@ Rene, het probleem waar we niet achter kunnen komen (op fundamentele gronden) is of apen, of andere dieren, een morele wet herkennen, zoals wij mensen die kennen. Wij kunnen namelijk met elkaar communiceren, we kunnen elkaar naar beweegredenen vragen en discussieren over wat moreel juist is. We hebben een onderscheid tussen ‘vertoond gedrag’ en ‘hoe we ons zouden MOETEN gedragen’.
Dit is iets waar we fundamenteel nooit achter kunnen komen bij apen, ook al lijkt het erop dat apen ook een gedragscode hebben, een sociaal systeem en apen in dezelfde groep elkaar helpen.
Guido,
Fundamentele gronden??
Even nalopen of apen of andere (zoog)dieren buiten de mens een vorm van corrigerend gedrag of ontsteltenis vertonen als er niet aan de onuitgesproken mores wordt voldaan.
Roeland
@ Roeland: Volgens De Waal wel. Hij geeft ook voorbeelden die zeer sterk suggereren dat sommige apen het verschil tussen ‘is’ en ‘ought’ maken. Maar het blijft natuurlijk een interpretatie van geobserveerd gedrag.
Rene,
Een stevige dooddoener van je, die zeker bij vrolijk klappende mantelschelpen past, maar niet bij wat De Waal onderzocht.
Zelfs bij pratende dieren wordt veel interpretatie afgeleid uit het niet gesprokene, of krijgt het gesprokene/geschrevene zijn soms zelfs tegengestelde kleuring van hetgeen hinein wordt geïnterpreteerd.
Mijn vaste motto is daarom:
“Begrip is een waan met een warm gevoel”
R.