Een mooie dag in Zwolle

congreslogo1Afgelopen zaterdag vond in Zwolle het congres ‘Darwin in de kerk’ plaats. Een bijzondere en mooie bijeenkomst. Bijzonder, omdat er allelei verschillende visies over het ‘schepping en evolutie-probleem’ klonken. Mooi, omdat de diversiteit niet leidde tot verhitte koppen.

Zelf bracht ik een korte samenvatting van de stelling die ik ook in ‘Gevormd uit sterrenstof’ verdedig. Tom Zoutwelle (van stichting Creaton) volgde met een hele andere visie. Evolutie vanuit één enkele voorouder klopt niet, er is geen bewijs dat de mens van de apen afstamt.

Na een korte pauze ging het over fossielen. Theo Kemperman, een fossielendeskundige die niet in God gelooft, legde uit wat de fossielen volgens hem zeggen. Hij wees er onder meer op dat de ‘Cambrische explosie’ niet uit het niets kwam, maar dat de levensvormen die daarin ontstaan wel degelijk voorouders hebben.
Hans Hoogerduijn was het daar helemaal niet mee eens, hij bracht een zondvloedmodel ter verklaring van de fossielen. Het meest opvallende in zijn presentatie: in de Ark van Noach bevonden zich vier soorten dinosauriërs, die vervolgens in hoog tempo evolueerden tot alle bekende soorten, waarna de dino’s na ongeveer 700 jaar uitstorven. Het is niet in een paar woorden te vertellen hoe dit allemaal zit, maar hij hoopt binnenkort een boek te publiceren.

Na een serie workshops was de laatste spreker theoloog Gert Kwakkel, die liet zien dat Genesis 1 en 2 niet zo eenvoudig zijn als sommigen zouden willen, maar die tegelijkertijd de kaderopvatting (zie een eerdere post) afwijst. Kwakkel had een open benadering van Genesis (wat staat er écht), en was kritisch naar zowel creationisten als naar de kaderopvatting.

Wat ik mooi vond aan het congres was toch de manier waarop mensen elkaar bevroegen. Er waren veel verschillende meningen en men was het veelvuldig met elkaar oneens. Maar op een manier die ik heel prettig vond: vragen stellen, luisteren naar de antwoorden, en niet te snel (ver)oordelen. Zo zou het vaker moeten gaan.

Ik heb zelf twee ‘workshops’ gegeven, waarin vragen konden worden gesteld over mijn stellingname. Kritische vragen, in het algemeen, maar ook die workshops bleven vriendelijk, en de sfeer bleef goed, vond ik. Eén deelnemer sprak mij na afloop van het congres nog even aan: hij maakte zich oprecht zorgen over mij. Kijk, dat is nu de christelijke houding: als je vreest dat iemand dwaalt, geen oordeel uitspreken, maar je zorg.

Een beetje jammer dat het verslag over deze bijeenkomst in het ND (vooral in de kop) juist de verdeeldheid benadrukt. Dat was uiteindelijk te verwachten. Belangrijker voor mij is: hoe ga je met verdeeldheid om? Daar zat de winst van ‘Darwin in de kerk’.

Please follow and like:

5 gedachten over “Een mooie dag in Zwolle”

  1. In het ND artikel wordt prof. Schuurman geciteerd met “De wetenschap gaat uit van het positivisme (iets is alleen waar als we het kunnen controleren)”. Dat is een misleidende bewering. Geen wetenschapper zou zoiets onzinnigs beweren. In de wetenschap moet je een reden hebben om iets voor waar te houden, ipv. iets geloven alleen maar omdat niet bewezen kan worden dat het niet waar is. Misschien is Schuurman verkeerd geciteerd?

  2. Om Schuurman te begrijpen moet je iets weten van de Reformatorische Wijsbegeerte. De belangrijkste gedachte op dit gebied is dan dat vooronderstellingen in de wetenschap noodzakelijkerwijs reducerend zijn ten opzichte van de (volle) werkelijkheid. Dat geeft niet, maar dat beperkt de geldigheid van haar uitspraken tot haar eigen werkgebied. Positivisme is normaal gesproken niet de term waarmee je wetenschappelijke vooronderstellingen duidt, dus dat moet haast wel een misverstand zijn. Schuurman is geen leek op het gebied van wetenschap.

  3. Hier nog een verslag van het symposium waar Schuurman zijn uitspraken deed: http://www.refdag.nl/artikel/1399469/Oppervlakkigheid+in+evolutiedebat.html
    Ik vind een pleidooi voor ‘wijze onwetendheid’ op zich sympathiek, maar uiteindelijk kan je daar als natuurwetenschapper aardig mee in de knoop raken.
    Bovendien dienen uitspraken als die van Dekker (en mijn boek) als tegenwicht voor de creationistische beweging, die een recente schepping als toetssteen voor orthodoxie hanteert.

  4. Schuurman zegt „In die wijsbegeerte wordt uitgegaan van de bijbelse grondmotieven van schepping, zondeval, verlossing en vervulling van alle dingen in het Koninkrijk van God. Dat staat haaks op het materialisme van positivisme en pragmatisme. Die wijsbegeerte erkent de onherleidbaarheid tussen planten, dieren en mensen. Zo’n wijsgerige visie doet niet tekort aan de wetenschap, maar zal haar nooit het laatste woord geven.”

    Wat bedoelt hij met “schepping”, “zondeval”, etc. als dat niet puur poëtisch bedoeld is? En “onherleidbaarheid”, hoe kan een wijsbegeerte daar iets over zeggen? Als wij een pan water aan de kook brengen dan is dat een puur fysisch proces; volgens de evolutietheorie is het onstaan van de biodiversiteit dat ook. Schuurman moet niets hebben van theistische evolutie, maar wat is er dan wel gebeurd op planeet Aarde in de laatste 4,5 miljard jaar? Ik heb de indruk dat Schuurman zich er wel een beetje gemakkelijk vanaf maakt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.